Op zaterdag 6 februari was de workshop Belten gepland die gegeven zou worden door Renée van Wegberg. De avond te voren werd ik gebeld door een bijna onverstaanbare Renée, die me vertelde dat ze geveld was door de griep en dus niet kon komen. Mijn teleurstelling was groot, maar gelukkig had ze een vervangster geregeld.

Sanne Mieloo was die ochtend al vroeg present en na wat aanloop probleempjes stond alles klaar om de ca. 30 deelnemers te ontvangen. Het theatertje de Instee in Amersfoort was maar net groot genoeg om iedereen te plaatsen.

Het eerste uur hield Sanne een presentatie over Vocal Essence, de methode waarmee zij en een aantal andere docenten zangles geven. Het is een manier van onderwijzen die voortkomt uit CVT (de Complete Vocal Technik van Catherine Sadolin).

Allereerst gaat deze methode uit van een aantal prioriteiten:

1. Het controleren van de uitgaande lucht.
2. Het exact plaatsen van de klank
3. Het aanpakken van knelpunten en maken van keuzes
4. De toonsoort bepalen
5. Bepalen hoe je hetgeen je zingt wil laten overkomen (interpretatie)
6. Het gebruik van Twang.

Ten tweede onderscheidt deze methode slechts drie stemkarakters (waar CVT er 4 hanteert), welke worden aangeduid met de nummers 1, 2 en 3.
1  komt overeen met Neutral van CVT,
2  is Curbing uit de CVT methode en
3  is de combinatie van Overdrive en Edge.
Ik kan me in deze (her)verdeling heel goed vinden.

Verder moeten we in acht nemen dat:

• ALLE vrouwen tot C5 kunnen zingen in laag register, daarboven MOET men kantelen. (naar kopstem)
• ALLE mannen tot A4 kunnen zingen in laag register, daarboven MOET men kantelen (naar kopstem)

Belangrijkste in deze methode is het aanpassen van de klank (klinker). Je zingt de klinker die het makkelijkst gaat op een bepaalde hoogte en in de drie stemkarakters. Dat doe je consequent ook al staat er een andere tekst.

Sanne liet aan de hand van voorbeelden zien dat veel popzangers dit ook toepassen. Kijk bijvoorbeeld naar Whitney Houston, Bruno Mars, Anastacia en vele anderen. Allemaal kleuren ze hun belt tonen in de hoogte naar een EE of èAAH.

In stemkarakter 1 zing je met uu, ie, oeh en aah
In stemkarakter 2 zing je met uh, i en oh
In stemkarakter 3 zing je met è, ee, oo en èaah. Als je in karakter 3 boven de genoemde C5 voor vrouwen en A4 voor mannen komt moet je kiezen voor ee of èaah.
Daarbij moet je altijd kantelen (mengen met kopstem) als je boven C5 (vr.) A4 (m.) komt.

In de Masterclass die op deze uitleg volgde was bij vele zangers na de aanwijzingen van Sanne een geweldig resultaat te beluisteren. Daarbij had Sanne een enorme energie en zong ze alles voor. Bij een enkeling lukte het (nog) niet, maar ook met hen denk ik in de komende lessen mooie resultaten te kunnen behalen.

Al met al was iedereen super enthousiast, zowel over de methode als de workshop en ik heb besloten deze terminologie en methode te implementeren in de zangles.

De vorm van een workshop is mij en de deelnemers goed bevallen en zeker voor herhaling vatbaar!